Python programmeren op een Raspberry Pi 4 #1

Deze les zal binnenkort ook als video beschikbaar komen.

PRINT

Om iets op het scherm weer te geven moeten wij gebruik maken van de print-functie.

print()

Tussen de () komt iets te staan dat je wilt laten weergeven, bijvoorbeeld een tekst.

print('Deze tekst zal worden weergegeven op het scherm.')

>>> Deze tekst zal worden weergegeven op het scherm.

Tekst wordt altijd tussen ‘…’ of “…” gezet, dit in tegenstelling van een variabel.

>>> Geeft aan wat er op het scherm zou moeten verschijnen.

VARIABEL

Een variabel is een label waar een waarde aan gekoppeld wordt.

var_tekst = 'Deze variabel bevat een tekst'
# var_tekst is een variabel die een 'string' bevat.

x = 2
# x is een variabel die een 'integer' bevat.

y = 7.4
# y is een variable die een 'float' bevat.

Alles wat achter een # staat is commentaar, dit kan je gebruiken om aantekeningen te maken in je code.

Wij hebben net al even de print-functie gebruikt, laten wij dat nu ook eens doen met een variabel i.p.v. de tekst:

print("Op deze manier kunnen wij iets op het scherm laten verschijnen...")

>>> Op deze manier kunnen wij iets op het scherm laten verschijnen...

var_tekst = 'Het is ook mogelijk deze tekst op het scherm te tonen...'
print(var_tekst)

>>> Het is ook mogelijk deze tekst op het scherm te tonen...

# Je zit dat als je rechtstreeks tekst wilt laten weergeven je gebruik maakt van '...' of "...", maar het kan ook door de variabel tussen de (...) van print te zetten.

Punten van aandacht:

Als je gebruik wilt maken van komma getallen, dien je gebruik te maken van een punt i.p.v. een komma.

Python kan zelf invullen of een variabel een integer of een float is, soms is het wel handig om dit aan te geven of om bijvoorbeeld een string om te zetten naar een integer of float.
Een integer kan alleen hele getallen bevatten, zowel positief als negatief.
Een float kan komma getallen bevatten, zowel positief al negatief.

x = int(2)
y = float(7.4)
# Zo mag het ook genoteerd worden.

var_getal = '6.5'
# var_getal is GEEN float maar een string, dit kan wel omgezet worden naar een float.

var_getal = float(var_getal)
# hier zet je dat var_getal de waarde van zichtzelf moet hebben maar een float moet worden i.p.v. een string.

Het is ook nog mogelijk om meerdere waarden in een variabel op te slaan, die is dan een array.
Dit gaan wij laten behandelen, voor deze les laten wij dat achterwege.

REKENEN

Nu we weten hoe iets op het scherm kan komen te staan en hoe wij een variabel moeten voorzien van een waarden, kunnen wij er ook eens mee gaan rekenen.

Laten wij eens makkelijk beginnen:

print(2 + 7)

>>> 9

Hier wordt geen gebruik gemaakt van ‘…’ om 2 + 7 weer te geven, hierdoor zal Python 2 + 7 bij elkaar optellen en alleen het antwoord weer geven.

Als wij het op de volgende manier doen, zien wij de som en het antwoord:

print('2 + 7 =', 2 + 7)

>>> 2 + 7 = 9

Nu hebben wij gezegd dat ‘2 + 7 =’ weergeven moet worden en de komma geeft aan dat er nog meer komt en geven wij op wat er bij elkaar opgeteld moet worden.
Hierdoor is dus de uitkomst dat je de som ziet + het antwoord.

Nu kunnen wij ook zeggen dat wij de som gaan uitvoeren met variabelen:

x = 2
y = 7
print(x + y)

>>> 9

of als wij de som ook weer willen geven:

x = 2
y = 7
print(x, '+', y, '=', x + y)

>>> 2 + 7 = 9

Hier zie je dat de variabelen x en y twee keer worden gebruikt, de eerste keer om de waarde weer te geven en de tweede keer om de som te maken.
Ook zie dat er + en = tussen ‘…’ staan zodat die op het scherm geprint wordt.

Nu hebben doen wij de berekening van de som nog binnen print, dit kunnen wij eigenlijk beter even vooraf doen.
Om het vooraf te doen gaan wij een nieuwe variabel aanmaken, die wij gaan vullen met de berekening van x + y.
Voor het gemak maken van daarvan variabel z, je zou ook bijvoorbeeld antw kunnen gebruiken.

x = 2
y = 7
z = x + y
print(x, '+', y, '=', z)

>>> 2 + 7 = 9

Wat zal er gebeuren als wij x, y en z binnen de ‘…’ gaan zetten?

x = 2
y = 7
z = x + y
print('x + y = z')

>>> x + y = z

Hier wordt er letterlijk weergegeven wat er opgegeven is, en niet dat er variabelen getoond moeten worden.

Waarom gebruiken wij variabelen?

Stel je voor dat je een code hebt met veel berekeningen en op daarvoor moet je vaak een tal opnieuw gebruiken, stel je wil in de volgende situatie 2 en 7 aanpassen naar een decimaal getal (decimaal getal is dan met een punt en niet met een komma!)

print('2 + 7 =', 2 + 7)
print('2.3 + 7.2 =' 2.3 + 7.2)

# hier moet je 2 en 7 op twee plekken aanpassen.


x = 2
y = 7
z = x + y
print(x, '+', y, '=', z)

x = 2.3
y = 7.2
z = x + y
print(x, '+', y, '=', z)

# hier hoef je beide getallen maar één keer aan te passen.

Probeer jezelf aan te leren dat je zoveel mogelijk met variabelen gaat werken, dit kan je veel aanpassingen in de code besparen en daarmee ook fouten.

Nu hebben we alleen nog maar gebruikt gemaakt van optellen ( + ) maar je kan ook aftrekken ( – ), vermenigvuldigen ( * ) en delen ( / ) etc.

De volgende keer gaan wij een simpele rekenmachine maken, hiervoor gaan wij invoer vragen van de gebruiker.


Posted

in

,

by

Tags: